Elke week richten de Ashton Brothers hun spotlicht op een bewoner van hun karavaan der krankzinnigheid.
Avontuur.
Circus zit in je bloed. Als kleine jongens, snotneuzen met kapotte knieën en blauwe ellebogen sprongen wij Ashton Brothers al met het grootste gemak aan parasols van schuurtjes af, we vermaakten onze moeders met goochelshows en stunts aan de schommel in de achtertuin. We dresseerden onze woestijnratjes zo dat ze op commando in één rechte lijn naar tante Conny konden rennen en huilden van het lachen als zij gillend van angst haar canapé beklom.
Later, als schuchter besnorde slungels op de Kleinkunstacademie in Amsterdam leerden we hoe we rechtop op een toneel konden staan en met onze stem de nok van Carré konden bereiken.
We leerden over vakmanschap en discipline maar scheurden ook met zelfgemaakte karren door het decoratelier. We maakten kampvuren op het dak van de school. De serieuze artiest en het ongeremde kind, we waren ze allebei want wat we leerden zat in ons hoofd en lichaam maar het circus zat in ons bloed.
In het circus is iedereen weer even kind. De open mond bij de bloedstollende trapeze-act, de tranen in je keel bij het inzetten van het orkest, de daverende lach als de clown met de kip opkomt.
Na onze wereldreizen kwamen we twee jaar geleden thuis.
We richten ons sprookjesland Ashtonia op, een circusland vol vreemde figuren, kampvuren, trapezewerkers, goochelaars, kippen en accordeons.
Een land waar je bij de poort al je wijsheid mag achterlaten en je je een hele avond kunt onderdompelen in een bruisend gevoel van branie, gastvrijheid en een kinderlijke feeststemming.
Omdat circusbloed nu eenmaal gaat waar het niet gaan kan gaat Ashtonia dit jaar op reis.
Alles en iedereen gaat mee. Zelfs tante Conny.
Je ziet ons wel verschijnen!
Allez Hop!
Ashton Brothers
Comments